Elk kind komt dingen tegen op haar levenspad, of zij dat nou wil of niet. Het is de kunst om daarmee te leren omgaan, met behulp van jou als ouder. Ieder pad heeft hobbels en dat is oké. Het hoort erbij en vraagt om aanvaarding. Het is niet jouw taak als ouder om het pad glad te maken en de hobbels weg te halen, maar om je kind te ondersteunen bij het leren omgaan ervan. Het is een proces van vallen en opstaan. Hoe reageert jouw kind op haar levenspad?
Keuze of niet?
Heeft jouw kind het gevoel een keuze te hebben? Kan ze reageren zoals ze zelf wil? Of ziet ze alleen nog maar één mogelijkheid? En voelt ze die vrijheid niet?
Wanneer je kind zich niet vrij voelt, voelt ze zich belemmerd. Het is belangrijk te onderzoeken waar die belemmering vandaan komt. Vaak zijn het haar eigen gedachten die haar belemmeren. Maar de vraag is of haar gedachten wel waar zijn. Kloppen haar gedachten eigenlijk wel? En hoe weet ze dat zo zeker? Hoe reageert jouw kind op haar levenspad?
Zelfbeeld
Wanneer er hobbels op het pad van jouw kind komen, is het ook belangrijk te kijken naar het zelfbeeld van je kind. Wanneer je kind een negatief zelfbeeld heeft, is er ook sprake van negatieve gedachten over haarzelf: “Dit gaat me toch nooit lukken. Ik kan dit niet” Of “Ik ben hier heel slecht in, dit is veel te moeilijk voor mij.” Zulke negatieve gedachten hebben een negatief effect op het zelfbeeld van je kind. Het is belangrijk dat je kind leert positiever over zichzelf te denken. Hierdoor voelt ze zich krachtiger om ook beter om te leren gaan met de hobbels die op haar pad komen.
3 Tips om te ontdekken of jouw kind zich vrij voelt in haar reacties
Wanneer je kind het gevoel heeft geen keuze te hebben, voelt ze zich belemmerd. Vaak spelen negatieve gedachten hierin een belangrijke rol. Ga samen met je kind kijken hoe het komt dat ze belemmerende gedachten heeft. Met onderstaande tips leer je je kind deze negatieve gedachten om te buigen.
Tip 1: Onderzoek met je kind of haar gedachten kloppen.
Doe dit door de vraag te stellen of haar gedachten echt waar zijn en of ze daar 100% zeker van is. Gebruik hierbij het boek Tijger-Tijger, is het waar? van Byron Katie. Dit boek is voor kinderen van 4 tot 10 jaar. In dit boek staan 4 vragen die je je kind kan stellen. Daarbij wordt ook gevraagd om voorbeelden te geven naar het tegenovergestelde van de gedachte die je kind heeft. Hierdoor komt je kind tot inzicht dat de problemen vaak door haar eigen gedachten worden veroorzaakt.
Tip 2: Ontdek samen met je kind welke gedachten er in haar hoofd spelen bij een spanningssituatie.
Wanneer je kind 8 jaar of ouder is, kun je met je kind het RET kwartet spelen. RET staat voor Rationeel Emotieve Therapie. Bij spanningssituaties kun je denken aan een negatief zelfbeeld, faalangst of perfectionisme. Zo ontdekt je kind spelenderwijs welke gedachten zij heeft. Ze leert welke gedachten haar niet helpen en welke juist wel. Door zich bewust te zijn van haar gedachten kan je kind ze veranderen.
Tip 3: Schrijf met je kind een situatie uit aan de hand van de 4 G’s.
De oefening met de 4 G’s komt uit de Cognitieve GedragsTherapie. De G’s staan voor: gebeurtenis, gedachte, gevoel en gedrag. Door deze oefening te doen, krijgt je kind inzicht in het verband tussen wat ze denkt, voelt en doet.
Breng je kind op andere gedachten
Wanneer je kind haar negatieve gedachten leert ombuigen naar positieve, helpende gedachten en een positief zelfbeeld heeft, zal het vertrouwen in haarzelf ook groeien. Hierdoor zal zij stappen blijven zetten. Je kind ontwikkeld zelfvertrouwen en is blij met zichzelf.
In de training Word Je Krachtige Zelf leer ik kinderen in groepsverband hieraan te werken. Op maandag 4 oktober start de volgende training. Klik hier voor meer info.
Warme groet,
Simone
0 reacties